Paella



Paella is een gerecht dat oorspronkelijk in de Levante, vooral in de omgeving van Valencia werd gegeten, maar met de tijd een echt Spaans volksgerecht is geworden. Omdat het een gerecht is dat tijd nodig heeft om het te bereiden, eten veel Spaanse families het op zondagmiddag wanneer de moeders (of tegenwoordig ook vaders) de tijd hebben om het te maken. Het is intussen ook internationaal één van de bekendste Spaanse gerechten geworden. In België was het in de achttiende eeuw al populair. In het zuiden van Frankrijk wordt het al jaren op de markten aangeboden. Een variatie op de zg. zee-paella is de land-paella (paella campestre), waar dan geen vis en zeevruchten in zitten, maar o.a konijn en wildvlees.

Ingredienten:
1 eetlepel olijfolie
2 calamares
200 g. gamba garnalen
Mosselen
Een zeeduivel of andere witte vis
1 grote rode paprika in reepjes
1 eetlepel gehakte peterselie
2 koppen langkorrelige rijst
1 eetlepel olijfolie extra
2 teentjes knoflook geperst
1 middelgrote ui fijngesneden,
1 kop doperwten (diepvries),
1 citroen in 6 schijfjes.

Bereidingswijze: Eerst de zeeduivel in een liter water koken. Als dat gedaan is, de bouillon in een pan bewaren. De zeeduivel kan dan van het vlees ontdaan worden, wat later toegevoegd zal worden.

Verhit olie in een grote pan met dikke bodem. Calamares in stukjes gesneden toevoegen en op matig vuur goudbruin bakken. Doe paprika en de garnalen in de pan en roer 1 minuut op matig vuur. Mengsel uit de pan nemen en apart zetten.

Rijst, dat 10 minuten in koud water heeft geweekt, afgieten en onder koud water afspoelen. Nogmaals afgieten.

Extra olie in de pan verhitten en ui toevoegen en 1 minuut op matig vuur goudbruin bakken. Doe de rijst erbij, roer het goed en zorg ervoor dat alle korrels bedekt worden met olie. Nu de vis bouillon erdoorheen roeren, pan afdekken met sluitend deksel.

Breng de bouillon langzaam aan de kook. Tussendoor eenmaal roeren. Zet het vuur lager en laat het 8-10 minuten afgedekt pruttelen.

Voeg het de gesneden paprika, de doperwten en de mosselen toe. Opnieuw afdekken en 8 a 10 minuten op een laag vuur laten sudderen, tot bijna al het vocht door de rijst is opgenomen.

Tenslotte van het vuur halen en 5 minuten afgedekt laten staan tot al het vocht opgenomen en de rijst gaar is. De rijst een beetje losroeren en op een platte schaal serveren, evt. gegarneerd met de schijfjes citroen.


n.b. Let op dat u de mosselen er gesloten bijvoegd. Open mosselschelpen zijn een indicatie dat ze niet meer goed zijn.


Lees ook: >>Paella en andere Spaanse rijstgerechten.