Navarra, de minder bekende tweelingbroer van Rioja

Archeologen hebben hele oude resten gevonden, die wijzen op wild groeiende wijnplanten in Navarra, veel ouder dan in de rest van Europa. Dat betekent dat de druif er al groeide voordat de mens begon met het cultiveren ervan, nog voor de tijd dat de Baskische volkeren er hun cultuur, ouder dan die van de Grieken, ontwikkelden.

In de tijd van bloei van de Weg naar Santiago kikkerden pelgrims, die Navarra bereikten, er zienderogen op. Dat kwam door de kwaliteit van het voedsel, dat beter was dan wat ze onderweg in Frankrijk konden krijgen en niet in het minst vanwege de goede wijn. Niet zo lang geleden nog maakte vooral de Garnacha er de dienst uit, een druivensoort die een helderrode en frisse rosé oplevert, met een lekkere fruitsmaak (vooral framboos). Navarra staat dan ook van oudsher vooral bekend om zijn rosé. Witte wijn wordt er nauwelijks geproduceerd, slechts 10% en dan vooral Chardonnay's.

Nieuwe druivenrassen
In de afgelopen jaren is er flink gemoderniseerd. Ambitieuze wijnmakers hebben nieuwe druivenrassen aangeplant, want de D.O. Navarra laat een groot aantal toe -zowel inheemse als typische Bordeaux druiven. De Garnacha is inmiddels voor een groot deel gerooid en vervangen door de Tempranillo, een kwaliteitsdruif die ook in La Rioja erg belangrijk is, en de Cabernet Sauvignon. Zo is de tijd is aangebroken van krachtige rode wijnen met een fijne structuur en zwoele tanines.

Een belangrijk punt zijn ook de microklimaten in Navarra, waarvan er vijf te tellen zijn. Dat geeft de voorwaarden voor een groot aantal wijnstijlen. Het zuidelijke deel van Navarra valt overigens onder de D.O. Rioja, in de subzone Rioja Baja. Dat maakt het verschil tussen Rioja en Navarra wijn, als bij tweelingbroers, misschien nog wat verwarrender.